Vooruitbladeren
Het landschap spreekt (6), Kraggenburg
Zee van aardappelen, onontkoombaar beeld. Groen blad tot aan de horizon, hier en daar een boerderij in een plukje bomen. Dit was zeebodem. Ginds de dijk, waarachter voorheen die Zuiderzee werd teruggedrongen. Toen kon het droogmalen van de Noordoostpolder beginnen. Een jaar later al, in 1941, werd hier een eerste oogst binnengehaald: rogge.
In de akker ligt een vierkant heuveltje bekleed met basaltsteen. Er staat een vuurtorentje op met rode pet, een huis, bomen nu. De stenen waren zeewering. Je mag er niet op of binnen – er is een ‘holistisch centrum’ gevestigd, waar je terechtkunt voor klankschaalmassage en ander onderhoudswerk aan de ziel – maar het schelpenpad slaat een lus om de glooiing, zodat je het van meer kanten kunt bekijken. Zo moet een zeemeermin naar Oud-Kraggenburg hebben opgekeken, zwemmend in de branding, hopend de lichtwachter te verleiden.
Onbewoonbaar
Bij eilanden die in de polder zijn gestrand denk je meteen aan Schokland, een paar kilometer westelijker. Al een eeuw voor de droogmaking werd het onbewoonbaar verklaard en ontruimd. Westerstormen knabbelden er steeds een stukje af. Nu staat het op de Werelderfgoedlijst. En op de toeristenkaart van Flevoland als ‘tijdloos mysterie’. Je kunt er ook trouwen. Oud-Kraggenburg is een beter bewaard geheim.
Zwolle was bang onbereikbaar te worden doordat de mond van het Zwolse Diep, bij Genemuiden, verzandde. Besloten werd om daarvandaan twee dammen in zee te leggen, zes kilometer lang, waartussen schepen ongehinderd naar Genemuiden konden varen. Aan de kop van die bedijkte geul werd het eilandje Kraggenburg opgeworpen: een vuurtoren met een vluchthaventje.
Kraggen zijn stukken veenbodem, taai als iets door de verknoopte wortels, die als zinkstukken werden gebruikt om de dammen en dat eilandje op te bouwen. Van 1848 tot 1920 woonden er lichtwachters. Daarna werd het licht geautomatiseerd. En toen kwam de ringdijk van de Noordoostpolder, die ook Kraggenburg afsneed en op het droge legde.
Kaarsrechte rug
Terugbladeren in het landschap is hier niet moeilijk. Kun je ook vooruitbladeren? De oude dam loopt nog een stukje als een kaarsrechte rug door de polder, richting Genemuiden, eerst door de weiden langs een sloot, dan langs een betonnen pad van een kilometer. Bij de Zuiderzeedijk houdt hij op.
En gaat hij verder. Als kunstwerk. Mooi dubbel woord, omdat waterbouwers het ook gebruiken voor bruggen, tunnels en sluizen en dijken. Want aan de buitenkant van de dijk verschijnt dit najaar Pier + Horizon, een land art-project van kunstenaar Paul de Kort (1961). Een pier van 150 meter, omringd door tientallen drijvende kraggen, die met de wind en de golfslag allemaal in dezelfde richting kunnen draaien. Zodat het, uit de lucht gezien, een beetje lijkt op Mondriaans schilderij van een Zeeuwse golfbreker dat hij Pier & Oceaan noemde.
Van De Korts pier, een lange steiger eigenlijk, is nog niets te zien. Er is nog helemaal niets te zien. Nu ja, de horizon, maar die was hier altijd al. Genemuiden in de verte, zeilboten en motorkruisertjes die door het beeld varen.
Kijk dan, daar!
Het is niet moeilijk te zien wat De Kort hier trekt. ‘Mijn fascinatie ligt bij de sporen van menselijke activiteiten die hun functie hebben verloren, maar als littekens nog zichtbaar zijn in het landschap. Het zijn vaak deze sporen die we als ruimtelijke kwaliteit koesteren,’ vertelde hij tegen Straatbeeld, een tijdschrift over de openbare ruimte. ‘Voor een goede verstaander vertelt het landschap boeiende verhalen. Met mijn kunst wil ik zo’n goede verstaander zijn. […] zodat ik de argeloze passant op de schouder kan tikken om te zeggen: Kijk dan, daar!’
Ik kijk over het water en volg een flottielje eendjes. Dan blijft mijn oog haken aan een stokje in het water, niet dikker dan een riet. En daar, een paar meter verder, staat er nog een, zie ik, en daar, en daar. Het water staat vol stokjes. Het kan niet anders of op de plek van die stokjes komt straks een pen te staan waarmee een drijvende krag wordt vastgeprikt.
Inpakkunstenaar
Christo, de inpakkunstenaar, legde drie kilometer knalgele drijvende pontons in een Italiaans meertje, waarover je naar eilanden kunt lopen. Robert Smithson, grondlegger van de Amerikaanse land art-beweging, bouwde met graafmachines in 1970 zijn Spiral Jetty in een zoutmeer in Utah. De Kort doet het met bijna niets. En voor het er is, kun je het al zien.
Dit najaar kun je over het water een eindje naar Genemuiden lopen en kijken naar die drijvende kraggen, die meedraaien op de wind. Soms wijzen ze naar het land, soms naar de horizon. Pier + Horizon krijgt een oppervlak van 12 hectare, geen toeval. Het is de maat van de kleinste landbouwkavel waarmee de Noordoostpolder is ingericht. Zo gaat het land, het oude en het nieuwe, de dijk voorbij. Paul de Kort tekent op het water. Op een paal van een visfuik zoekt een aalscholver iets in zijn veren.
In ‘Het landschap spreekt’ (2016), een zomerse serie reportages in NRC Handelsblad, vragen redacteuren Marjoleine de Vos, Hester van Santen, Kester Freriks en Hans Steketee zich af wat er te zien is op plaatsen in Nederland waar niet zo veel is te zien. Lees hier alle afleveringen →
Alle eerdere afleveringen van ‘Het landschap spreekt’ zijn nu te lezen op: http://www.nrc.nl/dossier/zomerserie-het-landschap-spreekt/
Voor het Cultureel Suppelement sprak redacteur Sandra Smallenburg met Paul de Kort, maker van het land art-project Pier + Horizon. NRC, 6 oktober 2016, https://nrch.nl/5d65 en http://www.pierplushorizon.nl